FASD & onderwijs

Foetaal alcohol spectrum stoornis (FASD) omvat alle levenslange en permanente geboortedefecten die kunnen ontstaan als de moeder tijdens de zwangerschap alcohol dronk.

Alle kinderen met FASD hebben hersenschade en bijhorende symptomen. Omdat de hersenen zich gedurende de hele zwangerschap ontwikkelen, zijn de symptomen per persoon onder andere afhankelijk van het tijdstip waarop de moeder dronk. Daarom zijn er bij verschillende personen met FASD telkens verschillende symptomen merkbaar. Ook tijdens de ontwikkeling van een persoon kunnen de symptomen veranderen.

Wat zijn mogelijke symptomen van FASD in de klas?

  • Kinderen die de ene dag wel iets kunnen en de volgende dag niet meer.
  • Kinderen die moeilijk met prikkels omkunnen.
  • Kinderen die heel veel rond stuiteren in de klas.
  • Kinderen die moeilijk overgangen kunnen maken.
  • Kinderen die het heel erg moeilijk hebben met abstracte leerstof, zoals bvb wiskunde.
  • Kinderen die in eerste instantie fout of naast de vraag antwoorden en dan enkele seconden later het juiste antwoord geven.
  • Kinderen die moeilijk instructies onthouden, maar wel nog exact weten wat er 2 jaar geleden gebeurde.

Dit zijn symptomen die artsen soms misleiden tot het stellen van foute diagnoses. Of die een beeld creëren van een kind dat niet wil werken, lui is, met opzet dwars is… Terwijl al deze kinderen niet liever willen dan hun leerkracht plezier doen, dan ‘normaal’ zijn, net als hun leeftijdsgenoten. Artsen met kennis van FASD kunnen de correcte diagnose stellen.

Dat is belangrijk omdat iemand met FASD hersenschade heeft. Die geneest niet met de tijd. Herstel is niet mogelijk. Deze kinderen meer tijd geven alleen zal dus niet helpen. Het is belangrijk de omgeving aan te passen, zodat deze kinderen kunnen leren en zich verder ontwikkelen.

Stap één om dat te verkrijgen is je er als leerkracht bewust van te zijn dat het bij deze kinderen niet om gedrag gaat, maar om hersenschade. Het gaat niet om ‘niet willen’, wel om ‘niet kunnen’. Het zijn symptomen, het is niet persoonlijk. Je vraagt het kind niet om iets te doen, je vraagt het zijn hersenen.

Wat elke leraar zou moeten weten over FASD

DOWNLOAD PDF

Concreet betekent de omgeving aanpassen dit:

  • structuur te geven (voorspelbaarheid)
  • consequent zijn, routines aanbieden, in verschillende omgevingen alle regels opnieuw uitleggen
  • eenvoudige concrete en nauwkeurige communicatie (hoe minder woorden, hoe beter)
  • herhaal veel (werkgeheugen werkt minder goed)
  • constant supervisie, veel individuele begeleiding nodig
  • aandacht hebben voor prikkelvermijdend of net prikkelzoekend gedrag

Als een situatie uit de hand loopt, stop, haal indien mogelijk de leerling met FASD uit de situatie.

Biedt sensorische veiligheid (door diepe druk dmv harde knuffel, zware dingen dragen, verwaard deken, kauwen op kauwgom of een stukje wortel, drinken met een rietje…) en geef de leerling kans om te kalmeren (duurt minstens 30 minuten). Denk na en wees een detective: welke prikkels zouden hierin een rol spelen? Als de leerling gekalmeerd is, vraag hem dan wat er moeilijk was en hoe je hem de volgende keer kan helpen.

Meer informatie: Bezoek de website van British Columbia Ministry of Education:

MEER INFO